Johan spreekt...

Een van onze meest legendarische voetbalhelden, Johan Cruijff, heeft zijn laatste woorden gesproken…

De voormalig, superbegaafde spelverdeler van Ajax en Barcelona is binnen en buiten het voetbal gerenommeerd omwille van zijn techniek, startsnelheid, handelingssnelheid en spelinzicht... maar ook omwille van zijn uitgesproken gedachtengoed.  

Dé nummer 14 aller tijden was naast voetbalfenomeen ook bekend omwille van zijn ongenaakbare "oneliners"...  

Hoe kunnen we dit gedachtengoed nu meepakken in onze communicatie en meer bepaald naar ons spreken voor publiek…?

Wanneer u als spreker de aandacht van uw publiek wil trekken of vasthouden, bieden oneliners interessante opportuniteiten. Een noodzakelijke voorwaarde is natuurlijk dat ze relevant zijn in uw kernverhaal. Een van dé oneliners, die vaak gebruik worden bij het spreken en die het fenomeen Cruijff zo goed als onsterfelijk maken, is ongetwijfeld:

 

Elk nadeel heb zijn voordeel…

Zoals elk nadeel ook voordeel in zich draagt, is dat ook zo voor wantrouwen, weerstand, contra, mismatch, change en onzekerheid, de glas half leeg benadering, spanning, tegenwerken, vermijden…

Wat zijn hier de positieve tegenpolen? (Zelf)vertrouwen, medestand, pro, matching, verandering is onze enige zekerheid, het glas kan ook halfvol zijn, ontspanning, samenwerken, bereiken…

Net zoals bij deze onvergetelijke oneliner van de “14”, is onze uitdaging als spreker om beide antipoden mee te nemen in ons verhaal. Van ook het positieve te zien in het negatieve, van weerstand om te draaien in medestand,… Het erkennen van objectie, van weerstand als een alternatieve manier om uw publiek te appreciëren in hun visie, in hoe zij met “hun” bril naar de wereld kijken. Op die manier creëert u een waarderende energie en komt verbinding tot stand. Net zoals Cruijff dat ook deed met zijn familie, vrienden, medespelers, trainees, de media en zijn publiek…

 

Je moet schieten, anders kun je niet scoren…

Waar kan u “schieten” in het voetbal nog mee vergelijken? Met spreken voor publiek natuurlijk... Ook bij spreken is het kwestie van uw nek uit te steken, van creatief te zijn, van onverwachte wendingen uit te proberen, van opportuniteiten te zien, van u kwetsbaar op te stellen, van goed voorbereid te zijn, van soms (lichtjes) te provoceren, van techniek, tactiek en fysiek te kunnen combineren, van vooral op het (kern)doel te mikken… in alle andere gevallen is het lastig scoren (bij uw publiek). Dat begreep “numero 14” heel goed.  

 

Alleen kan je niks, je moet het samen doen…

Wanneer u impact wil hebben op uw publiek, wanneer u wil dat uw toehoorders meegaan in uw verhaal en - als het even kan - ook nog gaan doen wat u van hen vraagt… dan is het uiteraard aangewezen om “het samen te doen”. Net zoals Cruijff zich ook bewust was van het feit dat hij nooit alleen een wedstrijd kon winnen. Al leek dat voor buitenstaanders (zijn publiek) soms wel zo. Topvoetballers en andere toppers willen wel eens “einzelgangers” zijn. In ploegsporten werkt dat natuurlijk niet. Bij public speaking ook niet... Wanneer u niet inspeelt op de verwachtingen en de vragen van uw publiek, kan u geen verbinding maken. Wanneer er geen chemie is tussen uw publiek en u zelf, werkt het niet. Kunt u zich voorstellen dat voetbalgenie Cruijff nooit zou hebben geluisterd naar zijn vrienden, zijn trainer(s) en ploegmaats, hen nooit zou hebben geobserveerd, hen nooit zou “gezien” hebben zoals ze echt waren, noch “hun” hebben geapprecieerd… dan was er geen verbinding geweest, geen beklijvende voetbalcarrière, geen legendarische “14”… en wellicht ook niet deze fantastische oneliners. 

 

Welke oneliners parafraseren we in deel 2?

 

  1. Als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren…
  2. Voetbal is simpel…
  3. Je gaat het pas zien als je het door hebt…